Lezen en dyslexie: drie tips voor onderwijsassistenten

Onderwijsassistenten geven kinderen met leesproblemen of dyslexie vaak extra ondersteuning. Niet alle kinderen met leesproblemen op de basisschool hebben een dyslexieverklaring. Vaak bestaat er eerst een vermoeden van dyslexie bij een kind en wordt daarna onderzocht of dit écht het geval is. In de tussentijd gaan deze leerlingen gewoon iedere dag naar school. En iedere dag hebben zij goed onderwijs nodig waar de onderwijsassistent een belangrijke rol in speelt …
Hoe maakt u lezen aantrekkelijk
Onderwijsassistenten werken veel met Connect-lezen of Ralfi-lezen: dit zijn uitgewerkte leesaanpakken die bewezen werken en hun plek in het onderwijs gevonden hebben. Maar de resultaten van een leerling met leesproblemen gaan vaak moeizaam omhoog. Bekende aanpakken slaan niet altijd (meteen) aan en je wilt ook wel eens “wat anders” om de leerlingen te motiveren. Lezen is al moeilijk genoeg voor zwakke lezers en al helemaal voor dyslectische kinderen. Dus, wat kunt u doen om het leren lezen voor leerlingen aantrekkelijk te maken? Anders gezegd:
Hoe verleid ik zwakke lezers tot lezen?
Drie tips
Tip 1: gebruik talenten van kinderen als invalshoek voor uw leesactiviteit
De leerlingen die met u in een groepje werken zijn zich er van bewust dat zij minder snel lezen dan andere kinderen in de groep. Het leesprobleem staat centraal in de interactie. Waarom zou u het niet omdraaien? Elk kind heeft óók een talent of een sterke interesse. Een leerling die graag tekent, maakt graag een tekening van een bed bij de letter B om deze in te prenten. Of een tekening van een duik bij de letter D. Als deze tekeningen af zijn kunt u ze plastificeren en gebruiken bij de volgende oefenmomenten of verkleinen en op de tafel plakken. De leerling die geïnteresseerd is in auto’s en treinen leest liever een tekst uit een informatief boek over voertuigen, dan de tekst van Nieuwsbegrip van die week. Door vanuit motivatie te lezen leert deze leerling méér en dat is juist voor de zwakke lezer zo belangrijk. Ga een gesprekje aan met je leerlingen en probeer te achterhalen waar ze goed in zijn of wat ze graag doen: dit kan de motor voor motivatie voor lezen zijn.
Tips 2: Blijf flitsen met losse letters: succes verzekerd
Alweer flitsen? Dat is toch voor kleine kinderen in groep 3? Verrassing: dit kunt u uw leeszwakke leerlingen vertellen: flitsen is altijd goed én leuk! Belangrijk is dat kinderen die moeizaam automatiseren meer oefentijd krijgen. Even flitsen met letters of lettercombinaties die moeilijk zijn geeft deze leerlingen die extra oefentijd. Laat de leerlingen punten sparen bij elke keer dat het flitsen echt in één keer goed gaat. En eerlijk zijn hè: want zo makkelijk is dat nog niet! 5x in 1x goed: bedenk samen met uw leerlingen een beloning.
Tip 3: Spelend lezen werkt ook!
Lezen als je lezen niet leuk vindt is lastig. Het mag ook wel eens op een andere manier. Een spel als Pim-pam-pet (draai een letter) is een leuke, effectieve en afwisselende werkvorm. U kunt het zo doen om automatisering te oefenen: iemand draait een letter. Degene die de letter als eerst goed uitspreekt moet er ook een woord bij maken. Nog leuker: het woord moet passen in een categorie, bijvoorbeeld dieren. Daarna schrijft iedereen dit woord op. Aan het eind van het spel worden de woorden allemaal nog een keer hardop gelezen. Deze lijst kan mee naar huis en kunnen de leerlingen nog een keer met hun ouders lezen. Samen met de leerlingen een kwartet maken met voor hen moeilijk te lezen woorden, die de leerlingen natuurlijk zélf kiezen, is ook een leuke optie. Bijvoorbeeld vier woorden met de B in de categorie vervoer. We beginnen met BUS, wie weet er nog meer? Door het kwartetspel te spelen, lezen de leerlingen de woorden heel vaak: hier is weer de extra oefentijd.
Cursus
Verder geïnspireerd worden over hoe u dyslectische en leeszwakke leerlingen kunt ondersteunen als onderwijsassistent? Kom dan naar de cursus: Dyslexie in de klas: hands on.